Ancient Warriors Trail – Nog één heuvel dan

‘Weet je zeker dat het goed gaat?’

De man aan het tafeltje naast me probeert rustig van zijn avond te genieten, maar hij kijkt nogal bezorgd in mijn richting. Misschien heeft het iets te maken met mijn gehoest. Of met het feit dat ik al een half uur naar mijn pint zit te staren. Ik probeer zo overtuigend mogelijk mijn duim omhoog te steken, maar daarmee stoot ik ook bijna diezelfde pint van tafel. Ik heb niet zoveel zin om hem tekst en uitleg te geven, dus ik vertel hem maar gewoon dat het prima met me gaat. Het is vrij duidelijk dat hij daar niks van gelooft. Gelukkig arriveert mijn lift al gauw en ik slaag er zelfs in om mijn glas leeg te drinken – iets waar ik later spijt van zou krijgen.

Natuurlijk had ik deze man kunnen vertellen over mijn activiteiten van de dag ervoor, maar waarschijnlijk had hij zich dan alleen nog maar meer zorgen gemaakt. Ik was die nacht ervoor om middernacht begonnen met lopen. Het startpunt was een oude graftombe langs de Kerry Way tussen Waterville en Caherdaniel. Het plan: de route van de Ancient Warriors Trail volgen en hopelijk vóór zonsondergang aankomen bij het eindpunt, Kate Kearney’s Cottage. Het is geen wedstrijd, maar een persoonlijke uitdaging: ‘107 km over eeuwenoude paden en bergen, waar heidenen en pelgrims samenkomen’. Met ruim 5000 klimmeters is dit zeker een uitdaging – eentje waarnaar ik had uitgekeken, omdat het zou betekenen dat ik urenlang bezig mocht zijn met het doorkruisen van Kerry, mijn favoriete county (sorry, Cork).

Graftombe/startpunt

Een paar vrienden/slachtoffers waren aardig genoeg om me hierbij te helpen, en niemand is beter geschikt voor wat nachtelijk crew- en hardloopwerk dan Simon Kelly. We waren al vroeg bij het startpunt, dus we hadden alle tijd om de trackers na te lopen, wat foto’s te nemen en wat grappen te maken. Klokslag middernacht kon ik dan echt beginnen.

Simon zou met mij meelopen van Waterville naar Foilmore, een gedeelte waar ik enigszins tegenop had gezien tijdens de Kerry Way Ultra in 2021. Er is niets mis met de paden of de omgeving, maar het is moeilijk om een ritme te vinden en het lijkt erop dat er altijd nog net één extra heuvel is waar je ook nog overheen moet. Deze keer voelde het alsof we goed vooruitkwamen. Bij aankomst in Foilmore liep ik enkele minuten voor op schema en hoewel ik vanaf het begin al misselijk was, voelde ik me verder sterk en ik had zin in de rest van de tocht. Na een korte stop ging ik in mijn eentje verder. Ik zou Simon weer zien in Kells.

Het volgende stuk is vrij eenvoudig. Ik was alleen bijna vergeten dat ik eerst nog even een weiland moest oversteken. Dat bleek toch nog een flinke uitdaging. Zoals altijd in Kerry moet je gewoon zoeken naar een trappetje waar je over het hek kunt klimmen, maar deze keer kon ik het stomme ding maar niet vinden. Wat een rechte lijn had kunnen zijn, veranderde in iets wat veel ingewikkelder was. Uiteindelijk vond ik dan toch mijn weg uit het weiland. Gelukkig werd ik deze keer niet achternagezeten door koeien…

Knockadobar op een andere dag

De hierop volgende kilometers op het asfalt vlogen voorbij en voor ik het wist was ik aangekomen bij Knocknadobar. Ik had deze berg al een aantal keer eerder beklommen en ik wist dat het uitzicht geweldig zou zijn. Toen ik mijn Ancient Warriors Trail plande had ik al helemaal bedacht hoe ik met zonsopkomst op de top van deze berg zou zijn en wat mooie foto’s zou kunnen maken, maar daar kwam niets van terecht. Ik was te vroeg en ik was al helemaal niet bezig met foto’s. Toen ik bij het kruis aankwam leerde een korte blik op mijn horloge me dat ik eerder dan verwacht in Kells zou aankomen, zelfs al zou ik zoals gewoonlijk wat tijd verliezen in de afdaling.

Bij Kells Beach stonden twee mensen op me te wachten die door mijn toedoen duidelijk geen goede nachtrust hadden gehad. Ik voelde me even een beetje schuldig, maar tegelijk was ik gewoon blij om ze te zien. Gelukkig had ik ze ook niet langer laten wachten dan nodig. Ik was sowieso in een goed humeur omdat mijn maag eindelijk begon mee te werken, na krap zeven uur lopen. De zon was inmiddels ook opgekomen en Michael zou vanaf hier het crewen op zich nemen. Ik verspilde niet al teveel tijd, want ik wist dat er nog een heuvel aan zat te komen.

Uitzicht vanaf Mountain Stage vorig jaar

Tja, die heuvel. Drung Hill. Eeuwen geleden was dit een plek waar mensen samenkwamen, maar tegenwoordig niet meer – en ik begrijp wel waarom. Ik had dit stuk een paar weken eerder al verkend en was toen verbaasd dat zo’n relatief kleine heuvel zoveel energie kon kosten. Je gaat simpelweg recht omhoog en recht naar beneden, dwars door heide, keien en rotsen. Tijdens mijn verkenning waaide het ook nog eens heel hard, maar nu was het gelukkig een stuk rustiger. Alsnog was ik er niet rouwig om dat ik na deze heuvel weer kon afzakken naar de Kerry Way. Hier kon ik het pad van de Mountain Stage oppakken, waarna wat snellere kilometers volgden in de richting van Glenbeigh.

Het volgende stuk van Glenbeigh naar Glencar is vrij kort en snel. Hoewel mijn benen niet meer honderd procent waren, genoot ik er nog steeds van om op deze plek te zijn op zo’n mooie dag. Toen ik afdaalde vanaf Windy Gap werd ik echter wel met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik kon de toppen van de Reeks zien opdoemen in de verte; het was allemaal behoorlijk soepel gegaan tot nu toe, maar er lag nog een flink aantal bergen in het verschiet.

Klaar voor de Reeks

Eileen, organisator van de KWU, had ook aangeboden om te helpen en dus was het geweldig om zowel haar als Michael te zien bij de Climber’s Inn in Glencar. Michael zou het komende stuk met mij meelopen en me helpen de Reeks over te steken, Eileen zou ons opwachten bij de finish.

Ja, de Reeks… Een week eerder hadden we geprobeerd om dit stuk van de route alvast een keer te doen, maar door de harde wind konden we zelfs de eerste klim niet afmaken. Het was onmogelijk om overeind te blijven. Daarom had ik een plan B en C bedacht voor dit gedeelte. Gelukkig konden die de prullenbak in, want de omstandigheden waren nu bijna perfect. Wat niet zo perfect was, was het feit dat ik moeite had met het veranderde tempo. Ik wist van tevoren dat dit gedeelte het steilst, het meest technisch en het langzaamst zou zijn, maar ik had alsnog continu het gevoel dat ik niet snel genoeg ging.

De Reeks op hun best

Terwijl ik enigszins gefrustreerd begon te raken, kreeg ik ook wat problemen met mijn longen. Achteraf denk ik dat ik simpelweg al behoorlijk veel van mezelf had gevraagd die nacht/dag; onze lichamen hebben zo hun manieren om aan te geven wanneer het genoeg is geweest. Ik nam daarom een pauze van 30 seconden en concludeerde al gauw dat dat niet hielp. Vervolgens werd ik er fijntjes op gewezen dat ik misschien een paar minuten moest nemen, in plaats van seconden… Door iets meer tijd te nemen werd mijn ademhaling weer wat beter, maar ik zou blijven hoesten voor de rest van de tocht.

Hoewel ik nu niet zoveel aandacht meer hoefde te besteden aan navigatie, kun je op de richels in de Reeks nooit echt even ontspannen. Ik probeerde dan ook alert te blijven, vooruit te blijven komen en te blijven eten. Omdat ik de hele dag nog geen zoetigheid door mijn keel had kunnen krijgen, had ik al mijn snoep al eerder die dag in de auto achtergelaten. Nu was dat natuurlijk alles waar ik aan kon denken. Snoep. En pizza.

‘Blijven lachen. Het gaat goed. Alles is goed.’

Los daarvan bleven we vooruitgang boeken en lieten we meer en meer toppen achter ons. We hadden ruim de tijd tot zonsondergang dus we hoefden ons niet te haasten, maar we bleven wel efficiënt. Ik deed mijn best om de onverbeterlijke optimist naast me te geloven wanneer hij zei dat het volgende stuk ‘echt niet zo moeilijk zou zijn’. Toen we het moeras bereikten na Cnoc an Bhráca konden we weer daadwerkelijk een stuk rennen (hoewel een van ons wel bijna in het moeras verdween, ik zal niet zeggen wie). Na een korte klim bereikten we de top van de allerlaatste heuvel, Strickeen. Vanaf daar was het alleen nog maar heuvelaf, naar de Gap of Dunloe.

Na 18 uur, 23 minuten en 16 seconden bereikte ik dan Kate Kearney’s Cottage, het eindpunt van de Ancient Warriors Trail. Het was een tocht waar ik een aantal dingen van heb geleerd, die ik misschien later zal delen in een aparte blog. Wat in ieder geval niet aan te raden is, is om na een inspanning als deze een pint achterover te slaan, puur om een willekeurige onbekende in een pub te laten zien dat het prima met je gaat.

Veel, veel dank aan mijn crew die me hielp om een nieuw record neer te zetten op deze route. Het was weer een zeer bescheiden finishlijn, maar wel eentje die ik niet snel zal vergeten!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *